Kip in Rode Wijn met Harissa

Voor de kip: Snijd de kip in stukken: billen, borst en vleugeltipjes. De karkas en vleugeltipjes kun je bewaren voor bouillon. Doe de kipstukken in een kom en meng met de knoflook, harissa en een scheutje olijfolie. Laat minstens 4 uur, of bij voorkeur een nacht, marineren.

Bakken: Laat boter schuimen in een braadpan. Bak de kipstukken goudbruin aan beide kanten. Haal uit de pan.

Vulling: Bak in dezelfde pan de spekblokjes krokant. Voeg de uitjes en wortelen toe en bak kort mee. Strooi de bloem erover en roer goed door.

Saus maken: Blus af met de rode wijn. Voeg tijm, laurier, mosterd en veenbessengelei toe. Roer alles goed door. Leg de kip terug in de pan en laat 35 minuten zachtjes sudderen, tot de kip gaar is. Breng op smaak met peper en zout.

Voor de puree: Aardappelen koken: Stoom of kook de aardappelen gaar.

Sjalotten karamelliseren: Halveer de sjalotten en leg in een ovenschaal. Meng met olijfolie, suiker, peper en zout. Rooster 25-30 minuten in een voorverwarmde oven op 180°C, tot ze mooi gekarameliseerd zijn.

Pureren: Verwarm de karnemelk. Stamp de aardappelen fijn en meng met karnemelk, boter, peper en zout. Roer de gekarameliseerde sjalotten en fijngehakte rozemarijn erdoor.