Meng de bloem met de boter en het zout, met een vork of met je vingers.
Voeg het water toe en kneed verder tot het deeg homogeen is.
Rol het deeg tot een bol en snijd in twee. Leg één deel weg, in de koelkast of de diepvries, voor een andere keer.
Laat het deeg voor de taart een half uur rusten in de koelkast, tot de boter weer hard geworden is.
Een half uur later
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Rol het deeg uit op een bebloemd oppervlak. De vorm hoeft niet afgelijnd te zijn: het blijft een ‘keep it simple’-taartje.
Leg een vel bakpapier op het ovenrooster en schuif er het deeg op.
Snijd de peer (met schil en klokhuis!) in heel fijne plakjes, met een snijmachine of een scherp keukenmes.
Schik de plakjes op het deeg, strooi er wat rietsuiker over en schuif in de oven.
Bak 13 minuten. Zet de oven voor de laatste 5 minuten op extra hitte onderaan, zo bakt het deeg helemaal goed uit.