Maak de pasta. Kneed de bloem met de eieren, de olijfolie en
een snufje zout tot een homogene bal. Verpak de bal in plasticfolie
en laat hem 30 minuten rusten in de koelkast.
Doe de ricotta in een mengkom. Kruid met peper en zout.
Pel de ui en snijd hem fijn. Hak de selderij fijn.
Verwarm de olijfolie in een pan en stoof de selderij en de ui aan.
Pel de knoflook en hak hem fijn. Voeg hem toe aan de selderij.
Rasp de pecorino. Pluk de blaadjes van de takjes marjolein. Pluk de blaadjes salie van de takjes en snijd ze fijn. Houd enkele blaadjes apart.
Doe de marjolein en de salie bij de ricotta. Kruid met peper en zout.
Rol het deeg uit en haal het door de pastamachine. Plooi het deeg dicht, bestrooi het met bloem en haal het opnieuw door de pastamachine. Herhaal dit een aantal keer tot het deeg elastisch en droog genoeg is. Haal het telkens door een dunnere stand tot het deeg dun genoeg is. Snijd het deeg in 2 brede vellen.
Lepel hoopjes ricotta op het eerste vel met voldoende tussenruimte. Schep op elk hoopje wat selderij en leg er een stukje lomo op.
Maak de pasta rond de hoopjes vochtig met weinig water.
Leg het tweede vel pasta op het eerste vel en druk goed aan rond de hoopjes. Snijd de pasta tussen elk hoopje doormidden.
Verhit olijfolie en bak de blaadjes marjolein en salie krokant.
Breng een grote pot gezouten water aan de kook.
Kook de ravioli gaar in ongeveer 3 minuten en giet af. Bewaar wat van het kookvocht.
Voeg de ravioli toe aan de marjolein en de salie. Bak kort aan en lepel er wat kookvocht bij.
Verdeel de ravioli over de borden en werk af met pecorino.