Maak eerst de roux. In een hoge pot laat je de boter goed schuimen, doe de bloem er in een keer in en laat 2 à 3 min meebakken.
Doe er iets meer dan de helft melk bij en klop de klonters eruit tot een dikke gladde pap.
Doe er de rest van de melk bij en laat nu alles, stevig roerend, weer 2 à 3 minuten pruttelen.
Meng er nu stevig alle kazen onder, roer weer tot het ploft op het vuur.
Meng de eieren met de room en kruid deze met peper zout en muskaatnoot.
Voeg dit als laatste toe en roer stevig door tot het weer ploft op het vuur.
Vet een vierkante of rechthoekige plaat goed in met olie, giet er het kaasmengsel in.
Bedek deze met plastiekfolie, je kan ook de plaat bedekken met plastiekfolie die je goed tot in de randen duwt.
Laat 1 nacht opstijven in de koelkast.
Haal het bovenste plastiek weg , draai om op een plank en haal uit de vorm.
Neem plastiek weg.
Snij het beslag in gelijke vierkanten, leg in de bloem en geef de gewenste vorm, kan rond of ovaal zijn, wat jij het makkelijkste vind.
Zorg dat er geen vrije plekjes meer zijn zonder bloem, leg in het eiwit, weer rondom rond mee bedekken, en als laatst goed rondom bedekken met chapelure, strooi wat chapelure op een plaat en leg de gepaneerde kroketten erop.
Je kan ze 5 dagen ingepakt in de koelkast bewaren, of je kan ze ook diepvriezen.
Bak ze 4 min aan 175°, leg ze met niet teveel samen in je friteuse.
Als ze diepgevroren zijn bak je ze 2 min langer, naargelang de dikte van je kroketten.