Laat de melk samen met de room en de garnaalbisque even opkoken. Smelt de boter in een grote kookpot zonder te laten kleuren, voeg de bloem toe en roer goed door. Giet de gekookte melk bij het mengsel en blijf stevig roeren, zodat alle klonters verdwenen zijn. Voeg als laatste de garnalen en de kaas toe, samen met de losgeklopte eieren. Blijf roeren tot je een gladde massa hebt. Stort uit op een plaat en laat opstijven in de koelkast.
Verdeel de uitgeharde massa in porties van 75gr, rol ze tussen je twee handen tot een ovale vorm. Haal de rolletjes dan eerst door de bloem, leg ze vervolgens in het eiwit tot ze helemaal goed bedekt zijn en haal ze ten slotte door het paneermeel.
Leg de kroketjes op een plaat die je vooraf bestrooide met gruyère.
Verwarm de friteuse tot 170°C en bak de kroketten er gedurende een 5-tal minuten in, of tot ze goudbruin zien.
Schik de kroketjes op de borden, bestrooi met peterselie en leg op elk bord een halve citroen.