Voor de pannenkoeken: Klop de melk, eieren, suiker en bakpoeder samen in een grote kom.
Voeg al roerend de gezeefde bloem toe tot je een glad beslag hebt.
Laat rusten: Dek de kom af en laat het beslag minstens 1 uur rusten. Dit zorgt voor luchtige pannenkoeken.
Bak de pannenkoeken: Verhit een koekenpan met een antiaanbaklaag op middelhoog vuur en vet licht in met boter of olie.
Giet een kleine hoeveelheid beslag in de pan (voor pannenkoeken van 10-15 cm diameter en 1,5 cm dikte).
Bak tot er luchtbelletjes verschijnen en draai de pannenkoek om. Bak de andere kant kort tot lichtbruin, om uitdrogen te voorkomen.
Voor de blauwe-bessencoulis: Verwarm de blauwe bessen samen met honing of stroop in een klein pannetje op middelhoog vuur.
Laat het kort koken tot de bessen zacht worden maar nog hun vorm behouden. Vermijd te veel roeren om een brij te voorkomen.
Serveren: Stapel de pannenkoeken op een bord met de gaatjes naar boven.
Serveer met een flinke schep Griekse yoghurt, blauwe-bessencoulis en een lepel zure room.
Experimenteer met toppings! Voeg hartige elementen toe zoals fruitchutneys of spek voor een spannende twist. De zure balans blijft belangrijk.