Doe het ossenvet in de frituurpan en verwarm ze voor op 150 °C.
Schil de aardappelen, snijd ze in plakjes en snijd ze daarna in staafjes. Leg de frieten in koud water.
Haal de frieten uit het water en dep ze droog.
Bak de frieten een eerste keer in het ossenvet en laat ze uitlekken en afkoelen.
Was de sla, zwier hem droog en doe hem in een kom.
Maak de gebonden vinaigrette. Doe de mosterd in een kom.
Voeg de eierdooiers, het citroensap, peper en zout toe en klop los. Voeg al kloppend zeer langzaam maisolie toe. Klop tot je een dikke, gebonden vinaigrette hebt.
Maal het vlees fijn met een gehaktmolen.
Pel de ui en snijd hem fijn. Hak de peterselie fijn. Snijd de augurkjes fijn.
Meng het vlees met de gebonden vinaigrette. Voeg de worcester- shiresaus, de mosterd, de eierdooiers, de kappertjes, de augurkjes, de peterselie en de ui toe en meng. Kruid goed met peper en zout. Breng op smaak met tabasco.
Verhoog de temperatuur van de frituurpan tot 180 °C.
Bak de frieten een tweede keer tot ze krokant zijn. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Dien de tartaar op met de frieten, eventueel wat verse mayonaise en sla.