Lasagne met kabeljauw, spinazie, asperges en zongedroogde tomaten

Maak eerst de bechamelsaus voor de lasagne. Laat de boter smelten en goed schuimen in een hoge pan. Voeg in één keer alle bloem toe en meng krachtig alles goed door elkaar zodat de bloem en boter homogeen gemengd zijn. Laat 2 minuutjes verder bakken totdat het naar koekjes ruikt. Voeg de helft van de koude melk toe en roer krachtig met een klopper de klonten weg en roer tot een gladde, dikke massa. Voeg nu de rest van de melk toe en roer met de klopper tot een gebonden witte saus. Heb je nog klonten, zet dan je staafmixer er gewoon even in. Kruid met peper en zout en rasp er nootmuskaat bij. Klop er de helft van de kaas door. Druppel er wat citroensap bij om de smaak van de saus op te frissen.

Verwarm de oven voor op 190 °C.

Smelt boter in een pan en stoof de spinazie kort tot die geslonken is. Doe de spinazie in een vergiet en pers alle jus eruit. Kruid met peper, zout en nootmuskaat. Vet je ovenschaal in met olie of zachte boter. Bedek ze daarna met een eerste laag lasagnevellen, breek of snijd ze telkens zodat de bodem helemaal mooi bedekt is.

Snijd de kabeljauw doormidden zodat je fijnere lapjes hebt. Kruid goed met peper en zout. Op deze manier kun je de volledige bodem en lasagnevellen bedekken.

Giet hierover een laag bechamelsaus.

Leg er lasagnevellen op, vervolgens spinazie en dan asperges. Weer een laag bechamelsaus.

Leg er opnieuw lasagnevellen op, een laagje zongedroogde tomaten, en eindig met de bechamelsaus en de rest van de geraspte kaas.

Zet 25 minuten in de voorverwarmde oven op 190 °C en laat de kaas mooi kleuren.